Categorie: Shop

Stadsfeestzaal: herrezen uit de as

Sinds enkele jaren is de stadsfeestzaal, in het midden van de Meir, opnieuw tot leven gekomen. Niet meer als een feestzaal, maar als een winkelcentrum: winkelen in het kwadraat dus met zijn ligging in het midden van de belangrijkste shoppingstraat van de stad.

De feestzaal is in 1908 gebouwd naar plannen van Alexis Van Mechelen, die inspiratie zocht en vond in de klassieke architectuur, maar er nog heel wat andere elementen bijvoegde. Een typisch voorbeeld van de eclectische stijl van het fin-de-siècle. De monumentale façade bevindt zich net waar de Meir een knik maakt, en Van Mechelen maakte van dit nadeel een voordeel: hij ontwierp een concave façade, zodat de Stadsfeestzaal altijd onmiddellijk de aandacht trekt, of je op weg bent naar de trein in het Centraal Station, of de Meir afflaneert richting historisch centrum.

City Hall Entrance
City Hall Entrance (© Vlaamse Gemeenschap)

In de gevel gebruikte Van Mechelen zowel lichtkleurige zandsteen als donkerder kalksteen. Opvallend is vooral de centrale toegant, rijk gedecoreerd in een meer barokke stijl en bekroond met een vergulde nis. Er gaan veel verhalen de ronde over wat de ontwerpers in de nis hebben willen plaatsen en waarom de nis toch leeg gebleven is. Een bevredigend antwoord heb ik echter nog nergens gehoord.

In het eerste deel van haar bestaan was de Feestzaal gastvrouw voor een heel aantal evenementen. Het eerste autosalon vond hier plaats. In de jaren ’50 en ’60 verdrongen zich de kijklustigen op het Radio en TV-salon. Jaarlijks zakten honderdduizenden af naar de Feestzaal voor de Boekenbeurs. Het Bal van de Burgemeester vond er plaats en Sint-Niklaas begroette er de Antwerpse jeugd. En dat zijn nog maar de belangrijkste.

Het noodlot slaat toe

In 2000 vond rond Kerstmis een geschenkenbeurs plaats. Standhouders hadden hun kraampjes opgesteld in de grote ruimt. Waarschijnlijk heeft ’s nachts een van de kraampjes een kortsluiting veroorzaakt, in ieder geval: de hele constructie, op de voorgevel na, ging eraan. Gelukkig vielen er geen slachtoffers.

Na enkele jaren opende de Stadsfeestzaal opnieuw de deuren, in al haar pracht en praal. Alleen, nu gaan we er niet meer voor het Bal van de Burgemeester, maar is de ruimte uitgebouwd tot wellicht de chiqueste winkelpromenade van de stad.

Je kan de Stadfeestzaal virtueel bezoeken op de Interbuild-site.

Informatie over shopping op de Stadsfeestzaal website.

Mag ik een Tietz, aub?

Duitse handelaars hebben een belangrijke rol gespeeld in de ontwikkeling van Antwerpen in de 19de en begin 20ste eeuw. Een van de namen die bij oudere Antwerpenaars nog steeds een belletje doet rinkelen is Leonard Tietz. Waar zich nu “A l’Innovation” bevindt, ter hoogte van het standbeeld van Antoon Van Dyck aan de Meir, opende Leonard Tietz begin vorige eeuw zijn Grands Magasins.

The Grands Magasins Tietz, Meir
De winkel van Tietz aan de Meir

Zoals de naam al laat vermoeden inspireerde hij zijn winkel op de grote Parijse supermarkten van het eind van de 19de eeuw. Een van de producten waar hij naam mee maakte was trouwens een strohoed, zoals die indertijd gedragen werd o.m. door Maurice Chevalier. Die hoeden werden in Antwerpen lang een ‘Tietz’ genoemd.

De rijk versierde gevels, die het publiek alvast moeten voorbereiden op de luxe die hen binnen wacht, zijn een ontwerp van Joseph Hertoghs, zowat de huisarchitect van de Duitse kolonie.

Na WO I kwamen Tietz en andere Duitse handelaars onder vuur te liggen in het anti-Duitse klimaat van die tijd en de winkels werden aangeslagen. Winkels, want Tietz had ondertussen o.m. ook al in Brussel een zaak geopend aan de Nieuwstraat. Beide zaken werden openbaar verkocht en aangekocht door de familie Bernheim, afkomstig uit de Elzas, die ondertussen de keten “A l’Innovation” had opgestart.

Sinds kort is de gevel gerestaureerd naar zijn oorspronkelijke toestand en zijn enkele minder geslaagde verbouwingen uit de jaren ’60 en ’70 verdwenen. Een project dat ruim 4 miljoen euro gekost heeft, maar de moeite overwaard blijkt.

De Meir: van een moeras naar een winkelparadijs

Meir Shopping Street
Source: Alles over Antwerpen

Vandaag is de Meir het shopping hart van Antwerpen. Millioenen bezoekers passeren hier elk jaar. Elke week bezoeken ongeveer 300.000 mensen de Meir, dus wees gerust: je zal je er zelden alleen voelen.

De meeste gebouwen die je ziet dateren van de 20ste eeuw. Twee opmerkelijke uitzonderingen in het midden van de Meir, beide werk van Jan-Pieter van Baurscheidt, de top-architect van de 18de eeuw. Hij bouwde het Osterriethhuis (momenteel in restauratie) en het zgn. Koninklijk Paleis, beide voor de familie van Susteren in het midden van de 18de eeuw.

Verder naar het oosten zijn er nog opvallende gebouwen. Bijv. de voormalige Tilquin winkel (nu een vestiging van Massimo Dutti): een prachtvoorbeeld van art-deco. Dit is een verhaal op zich. En hetzelfde geldt voor de Stadsfeestzaal daar tegenover en de huidige Innovation, vroeger de Grands Magasins Tietz.

Meir = moeras

Hand sculpture
Source: meir-antwerpen.be

De naam Meir is verwant met het woord moeras. Het westelijke deel van de Meir lag lager dan de plaatsen errond, dus liep het water daar naartoe. Tot de 12de eeuw lag de Meir westelijk van de stadsmuren, maar toen de stad in de 13de eeuw begon te groeien werd het water gekanaliseerd en begonnen rijkere mensen zich langs de Meir te vestigen. Onder hen een familie van wandtapijtverkopers: Pijpelinckx. Een kleinzoon van hen wordt de grote barokmeester P.P. Rubens.

Het kanaal werd overwelfd en de stad groeide verder naar het oosten. In de 19de eeuw besloot het stadsbestuur de oude Spaanse Wallen af te breken. Op dat moment besloten ze ook om een nieuwe gala-laan aan te leggen om bezoekers te verwelkomen. HEt eerste deel daarvan is de Leysstraat, het tweede de Meir, die flink verbreed werd. Tot in de late jaren 80 van de vorige eeuw stond de Meir vol verkeer. Na de pre-metrowerken werd de Meir een voetgangerszone. Met succes, getuige de 300.000 bezoekers elke week.

Een winkel met een verleden

Achter deze gevel in de Kipdorpvest schuilt nu een filiaal van America Today, een keten van jeanswinkels, en zelfs al ben je niet toe aan een nieuwe jeansbroek, probeer er toch eens binnen te springen.

Hier bevond zich een theater dat tussen de jaren 40 en begin jaren 70 enorm populair was, maar met de komst van de televisie heeft men uiteindelijk de deuren moeten sluiten.

Het theater stond bekend als de AB, een afkorting van Ancienne Belgique en het werd beheerd door hetzelfde management als de AB in Brussel en in Gent. Wist je trouwens dat Bruno Coquatrix, de baas van de beroemde Parijse tempel Olympia, gedurende enkele jaren als assistent werkte voor de Brusselse AB?

AB was variététheater. Elke avond ging er een show door met orkest, ballet, clowns of komedianten à la Gaston en Leo of the Woodpeckers (gebroeders Cassiers), acrobaten traden op, of er was een nummer met honden, locale vedetten (Will Ferdy, Bobejaan Schoepen, …), maar de top of the bill dat waren gewoonlijk internationale vedetten uit Frankrijk (Gilbert Bécaud), Duitsland (Freddy Quinn), Engeland of de USA. Zelfs Louis Armstrong heeft hier op de planken gestaan. De toegang tot het spektakel werd bewust democratisch gehouden: men ging er, terecht, van uit dat de bezoekers genoeg zouden spenderen aan eten en drinken dat gedurende de hele avond werd opgediend.

Het gebouw dateert van 1902 en is gebouwd als kantoorruimte voor een dagblad met de naam “La Métropole”. Het is een mooi voorbeeld van neo-vlaamse renaissance, een van de vele stijlen die in de mode waren bij de overgang van de 19de naar de 20ste eeuw. De stijl probeert de gebouwen van de 16de eeuw na te bootsen, gebruik makend van moderne technieken. Het resultaat is veelal veel soberder dan bij andere stijlen die in dezelfde periode populair waren, zoals de eclectische stijlen en de neobarok.

De architect die het gebouw voor de krant tekende, is ook verantwoordelijk voor het gebouw op de hoek van de Leysstraat en de Teniersplaats dat praktisch aan de AB grenst. Een gebouw in volle eclectische stijl. Een mooier voorbeeld van het contrast tussen beide is moeilijk te vinden. Toen de kantoren werden omgebouwd naar een theater is dat gebeurd met veel respect voor de originele gevel. Gelukkig is er, toen het theater werd omgebouwd tot een winkle, ook respect getoond voor het interieur. Dus spring er zeker eens binnen als je passeert op deze plek, die bij vele (oudere) Antwerpenaars nog altijd heel wat nostaligische herinneringen oproept.

Oud en nieuw gaan hand in hand

De Hoogstraat is een drukke, levendige winkelstraat, waar je nu eens niet de internationale merken vindt, maar alleen lokale winkeltjes, eethuisjes en cafeetjes.  Jacques Jordaens, een van onze grote barokschilders, is geboren in het nummer 13, naast een van de toegangen tot de Vlaaikensgang, een gelukkig bewaard gebleven overblijfsel van het 16de eeuwse Antwerpen.

Een van de antiekwinkels in de Kloosterstraat

Een van de oudste gebouwen in de Hoogstraat bevindt zich bij de St-Jansvliet. Het is het Juliaansgasthuis. Pelgrims op weg naar Compostella konden er overnachten. En dat kunnen ze nog altijd, hoewel het gasthuis nu gevestigd is op de St-Jansvliet en ongetwijfeld een beetje meer comfort biedt dan het oude gebouw. De kapel van het oude gasthuis huisvest vandaag de Zwarte Panter, een van de toonaangevende kunstgalerijen van de stad met een brede waaier aan hedendaagse kunstenaars uit binnen- en buitenland.

En als je hier toch bent: wandel nog wat verder naar het zuiden en stap de wondere wereld van de Kloosterstraat binnen. Zowat een kilometer lang vind je hier de ene antiekzaak naast het andere vintagewinkeltje en daartussenin opnieuw gezellige koffiehuizen, restaurants en cafés.

To make your visit to this website as smooth as possible we use cookies. The cookies are used for statistical reasons and do not store any personal data. If you do not wish to use cookies. You can indicate this by clicking on the No button.