Mijn favoriet cafe: Oud Arsenaal

Een van de meest authentieke bruine kroegen in de stad is het ‘Oud Arsenaal’ aan de Maria Pijpelinckxstraat. Voor wie het niet zou weten: Maria Pijpelinckx was de moeder van Rubens, het is dus niet zo verrassend dat het café nauwelijks 100 m verwijderd is van het Rubenhuis.

Hier wordt café gehouden sinds 1924, het gebouw zelf gaat terug tot het begin van de 19de eeuw. De begindatum staat vereeuwigd in de inscriptie boven de deur.

De pui is uitgevoerd in oranje-bruine keramische tegels en dateert waarschijnlijk, net als het interieur uit 1932. In dat jaar is een vergunning afgeleverd om het café te vergroten en toen is het art-deco interieur geplaatst met zijn bruine en gele vloertegels, en de muren voorzien van houten lambriseringen waarin zitbanken en spiegels verwerkt zijn.

Als je binnengaat, maak je een reis in de tijd, je gaat bijna 100 jaar terug. In 2009 is men op zoek gegaan naar authentieke volkscafés en het Oud Arsenaal is bij het project “Red het Volkscafé” van Volkskunde Vlaanderen terecht geselecteerd als een van de mooiste voorbeelden.

Trouwens, je moet er niet alleen voor het interieur naartoe gaan: Steph, de cafébaas biedt echt een indrukwekkende keuze aan bieren uit het hele land, en als je het echt niet weet: proef eens een Arsenaaltje. Bovendien zijn de prijzen hier zeer democratisch.

Oud Arsenaal

Maria Pijpelinckxstraat 14

Wo-Vr: 10:00-22:00

Za-Zo: 07:30 – 19:30

Op zaterdag en zondag vindt hier een markt plaats (Vogeltjesmarkt), vandaar de vroege openingsuren op die dagen.

Onze historische kerken

Hoewel een aantal historische kerken ondertussen helemaal verdwenen zijn, o.m. de burchtkerk, toegewijd aan St-Walburgis en de kerk van het imposante St-Michielsklooster dat zich ter hoogte van de huidige Kloosterstraat bevond), beschikt Antwerpen nog altijd over niet minder dan 5 kerken met een uitzonderlijk rijk verleden.

De belangrijkste is natuurlijk de kathedraal, de Onze-Lieve-Vrouwekerk, gesitueerd tussen de Grote Markt en de Groenplaats. Wist je trouwens dat de Groenplaats heel lang een kerkhof geweest is dat toebehoorde aan de kerk? Dit gotische meesterwerk is vooral bekend omwille van de 4 Rubensschilderijen die zich in de kerk bevinden. En terwijl de restauratiewerken aan het Museum voor Schone Kunsten aan de gang zijn, hangen in de kathedraal ook nog andere werken uit de collectie van het museum die oorspronkelijk in de kerk hun plaats vonden. Op die manier is een bezoek aan de kathedraal tegelijkertijd een museumbezoek geworden.

De jongste van de historische kerken is de jezuïetenkerk gewijd aan de heilige Carolus Borromeus. De façade is een prachtvoorbeeld van barok, maar als je barok helemaal wil voelen moet je in de kerk gaan en vooral eens een blik werpen in de Houtappelkapel (rechts als je naar het hoofdaltaar toestaat). Ook deze kerk is gelinkt aan de figuur van Rubens. Het is meer dan waarschijnlijk dat Rubens meegewerkt heeft aan het ontwerp van zowel de voorgevel als de toren. Oorspronkelijk waren de plafonds van de zijbeuken versierd met beschilderingen van de hand van Rubens, maar door een brand in 1718 zijn die kunstwerken allemaal verdwenen. Rubens schilderde ook twee doeken voor het hoofdaltaar, maar als je die wil zien moet je nu naar Wenen reizen. Maria-Theresia heeft ze indertijd ‘aangekocht’.
Wat deze kerk echt uniek maakt is het feit dat het schilderij boven het hoofdaltaar veranderd kan worden. Het originele takelmechanisme dat hiervoor zorgt is nog altijd intact en vier maal per jaar wordt het nog gebruikt. Deze schilderijenwissel is een echte trekpleister geworden.

Een andere kerk die met Rubens verbonden is is de St-Jacobskerk aan de gelijknamige markt. De inkom bevindt zich aan de zuidzijde bij de Lange Nieuwstraat. Rubens ligt in deze kerk begraven onder een schilderij dat hij zelf daartoe heeft gekozen. In de kerk vind je ook een indrukwekkend barokaltaar en een orgel waarop de jonge Mozart een concert speelde toen hij, samen met zijn zusje en zijn vader, de stad bezocht.

Aan de Veemarkt vind je de toegang tot de St-Pauluskerk, eertijds de kerk van de dominicanen, wat je duidelijk kan aflezen in het beeldhouwwerk boven de toegangspoort. In de kerk vind je schilderijen van alle grote meesters uit de Antwerpse barok (Rubens, Van Dijck, Jordaens, …) maar minstens even fascinerend is de kalvarieberg die opgesteld staat in een binnentuintje dat tot de kerk behoort.

En dan ten slotte St-Andries, in de ‘parochie van miserie’, met inkom langs de Waaistraat. Hier vind je wat ongetwijfeld beschouwd kan worden als de mooiste preekstoel ter wereld.

Een verlengd Chinees Nieuwjaar

Een tip voor wie onze stad wil bezoeken op 4 of 5 februari.

Op 28 januari vieren de Chinezen Nieuwjaar in Chinatown, vlak bij het Centraal Station. Maar vooral op woensdag 1 februari zal je hun aanwezigheid kunnen horen, want dan halen ze hun vuurwerk boven om de kwade demonen te verjagen. Maar vanaf dit jaar is dat niet het einde van de festiviteiten.Het volgende weekend organiseert ‘The Asian Lifestyle Group’ een heus food festival onder de naam ‘Azië in Antwerpen’.

Het festival gaat door in de Waagnatie, tegenover het Red Star Line Museum en is geopend op zaterdag 4 en zondag 5 februari, telkens van 12u30 tot 21u00. Er is een markt met authentieke Aziatische goederen en recepten opgezet door mensen uit de Aziatische cultuur. Reisinformatie naar Azië is beschikbaar, workshops leren je de fijne kneepjes om perfecte sushi te maken of fruit en groenten te snijden zodat ze eruit gaan zien als bloemen of dieren en kinderen kunnen een initiatie yoga volgen.

Maar dat is niet alles: er is muziek, acrobatie, folklore,… en vermits zondag de nationale feestdag van Bali gevierd wordt, zal ook een speciale ceremonie gehouden worden. Tickets en alle informatie kan je bekomen op de website van de organisatie.

Als je mij niet gelooft, misschien dan wel de NYP?

Jennifer Ceasar van de New York Post verbleef enkele dagen in Antwerpen en ze komt tot 2 belangrijke vaststellingen : 1. Antwerpen wordt flink onderschat; 2. je mag de stad gewoon niet missen. En ze vertelt ook waarom:

“Met zijn perfect bewaarde middeleeuwse gebouwen en antieke kasseistraatjes, zou je kunnen denken dat Antwerpen op zijn historische lauwerkransen gaat rusten.

In feite is de tweede stad van België een levendige, cosmopolitische plek waar avant-garde, spitsvondige architectuur en een progressieve keuken bloeien.

De laatste jaren heeft stadsvernieuwing ingegrepen in de groezelige dokken in het noorden (Eilandje) en de verwaarloosde buurt (Zuid) in het zuiden.

Hier zijn alvast enkele tips om een paar dagen door te brengen in een van de coolste minder bekende plekken van Europa.”

En het artikel geeft inderdaad nog een aantal praktische tips.

Oud en nieuw gaan hand in hand

De Hoogstraat is een drukke, levendige winkelstraat, waar je nu eens niet de internationale merken vindt, maar alleen lokale winkeltjes, eethuisjes en cafeetjes.  Jacques Jordaens, een van onze grote barokschilders, is geboren in het nummer 13, naast een van de toegangen tot de Vlaaikensgang, een gelukkig bewaard gebleven overblijfsel van het 16de eeuwse Antwerpen.

Een van de antiekwinkels in de Kloosterstraat

Een van de oudste gebouwen in de Hoogstraat bevindt zich bij de St-Jansvliet. Het is het Juliaansgasthuis. Pelgrims op weg naar Compostella konden er overnachten. En dat kunnen ze nog altijd, hoewel het gasthuis nu gevestigd is op de St-Jansvliet en ongetwijfeld een beetje meer comfort biedt dan het oude gebouw. De kapel van het oude gasthuis huisvest vandaag de Zwarte Panter, een van de toonaangevende kunstgalerijen van de stad met een brede waaier aan hedendaagse kunstenaars uit binnen- en buitenland.

En als je hier toch bent: wandel nog wat verder naar het zuiden en stap de wondere wereld van de Kloosterstraat binnen. Zowat een kilometer lang vind je hier de ene antiekzaak naast het andere vintagewinkeltje en daartussenin opnieuw gezellige koffiehuizen, restaurants en cafés.

Nog twee redenen om het Rubenshuis te bezoeken

Door een gift van het Koning Boudewijnfonds beschikt het Rubenshuis straks over twee nieuwe meesterwerken. Een schilderij van Rubens en een zelfportret van Jordaens, twee tijdgenoten van Rubens, zullen tot de collectie van het museum gaan horen.

Het schilderij van Van Dijck is een van een reeks portretten van de apostelen. In dit geval gaat hem om Mattheus, de apostel die bij het kringetje kwam om het aantal opnieuw op twaalf te brengen na de zelfmoord van Judas.

Het zelfportret van Jordaens is een kopie van het zelfportret dat in Neuburg aan de Donau hangt. Het is gemaakt door een leerling van Jordaens en door de meester zelf bijgewerkt.

Volgende week zijn de twee schilderijen te zien op de kunstbeurs Brafa in Brussel. Daarna gaan ze naar het KIK om grondig onderzocht te worden, waarna ze definitief hun plaatsje zullen krijgen in het Rubenshuis.

Foto: KIK-IRPA

Diva, een juweeltje van een museum

Als het waar is wat ze zingen: “Diamonds are a girl’s best friend”, dan is Antwerpen ongetwijfeld de plaats waar de meisjes het liefst komen. Bijna elke diamant passeert tijdens zijn leven ooit wel eens in Antwerpen: meer dan 80% van de ruwe stenen en ongeveer de helft van alle geslepen stenen in de wereld worden verkocht via de Antwerpse diamantairs.

Later dit jaar opent een nieuw museum zijn deuren aan de Suikerrui onder de naam Diva. In Diva wordt de collectie van het vroegere Diamantmuseum en van wat het Zilvermuseum Sterckshof was in Deurne samengebracht. Rond die opening organiseert de stad een heus Diamantjaar dat start op 14 oktober in de diamantwijk. Op 17 oktober opent dan een tentoonstelling in het MAS, helemaal aan diamant gewijd: het materiaal, de juwelen, de toepassingen, de betekenis van diamant, de invloeden…) en in december is het dan aan Diva om zich aan het publiek te tonen. Tegen dan zal slechts een gedeelte van het museum helemaal afgewerkt zijn. De andere delen volgen dan in de loop van 2018.

Diva wordt niet zomaar een museum, maar een echt beleveniscentrum, waar je meegelokt wordt in de wereld van luxe en weelde en waar  je de verhalen leert van mensen wiens leven verbonden is met het steentje, mensen van vroeger en mensen van nu.

Het centrum beschikt over een oppervlakte van 800 m² voor de permanente collectie en nog eens 800 m² voor tijdelijke tentoonstellingen.

Als je van plan zou zijn om voor eind 2017 naar Antwerpen te komen, dan kan je terecht in de pavilioenen voor het MAS. Zowel het zilverpavilioen, het diamantpavilioen als het havenpavilioen zijn gratis toegankelijk.

Ronde van Vlaanderen

Alleen een Vlaming kan begrijpen waarom Vlaanderens Mooiste niet verwijst naar een of andere miss of een bloem, maar naar een wielerwedstrijd.

Al meer dan 100 jaar wordt de wedstrijd Ronde van Vlaanderen ingericht, en elk jaar staan alles samen ongeveer 1 miljoen supporters langs de kant om hun idolen aan te moedigen. 2017 is het jaar dat Antwerpen voor het eerst de gastheer is van de start van dit grootse evenement en de stad bereidt zich voor op een groot sportief feest. In 2015 organiseerde de stad de start van een rit in de Ronde van Frankrijk en toen kwamen naar schatting 200.000 kijkers af op dit evenement. Minstens evenveel mensen worden dit jaar verwacht op 2 april voor de start van Vlaanderens Mooiste.

De naam Ronde van Vlaanderen is natuurlijk geïnspireerd op de Rond van Frankrijk, maar omdat Vlaanderen te klein is om er 20 ritten in te plannen, wordt alles op een dag afgewerkt: ruim 200 km lang, bezaaid met taaie kasseistroken en nijdige hellingen, vooral naar de finale toe. Die beklimming kan je niet vergelijken met de Tourmalet of de Mont Ventoux, maar de klimmetjes volgen elkaar heel snel op en telkens moeten de favorieten proberen vooraan te zitten bij de start van elke klim. Het mag duidelijk zijn dat alleen de sterksten deze race kunnen winnenn.

De voorstelling van de deelnemers en de officieuze start vinden plaats op het Steenplein. Vandaar rijdend e renners langs de kaaien naar de Brouwersvliet om vandaar naar de Waaslandtunnel te rijden naar Linkeroever. Dat gebeurt allemaal tegen een gezapig tempo, zodat de fans een duidelijk beeld hebben van de renners, maar van zodra het peloton in Burcht komt breekt de hel los. Vanaf nu zal de snelheid niet makkelijk meer beneden de 40 km per uur zakken, totdat men enkele uren laten in Oudenaarde aan de finish komt.

Waarheen om te eten?

Wat ook je smaak is, je vindt ongetwijfeld een gezellig restaurant in Antwerpen: traditionele Vlaams-Belgische keuken, Franse keuken op haute cuisine niveau of op zijn bistrots, oosters, mediterrans. Noem het, we hebben het.

Mijn favoriete Italiaans restaurant is ‘Verona’, mooi gelegen in de schaduw van de kathedraal op de Oude Korenmarkt. Een straat met heel wat restaurants, maar voor mij steekt ‘Verona’ er bovenuit. Het is er gewoonlijk erg druk, maar de keuken is prima georganiseerd, zodat je nooit lang op je maaltijd hoeft te wachten. Will je in de buurt een klasse restaurant met echte haute cuisine, dan moet je de ‘Sir Anthony Van Dyck’ in de Vlaaikensgang bezoeken. Alleen al de locatie is een omwegje waard, je waant je terug in het Antwerpen van de 16de eeuw.

Een andere zone met veel restaurants is het zuiden van de stad, aan de Vlaams en Waalse Kaai. ‘Bizie Lizie’ (Vlaamse Kaai 16) is een bistrot waar ik nog nooit ontgoocheld werd. Bij hen kan je terecht voor traditionele Frans-Belgische gerechten.

Natuurlijk vind je ook rond het Centraal Station heel wat eetgelegenheden. De echte Chinese keuken vind je in China Town (Van Wesenbekestraat). In de Stationstraat vind je eten in alle kleuren en geuren, net als op de De Keyserlei. De meest van deze restaurantjes bieden behoorlijke gerechten tegen een redelijke prijs.

Nog een plek waar je terecht kan voor lekker eten is Zurenborg, vooral dan op en rond de Dageraadplaats.

To make your visit to this website as smooth as possible we use cookies. The cookies are used for statistical reasons and do not store any personal data. If you do not wish to use cookies. You can indicate this by clicking on the No button.