Auteur: Ludo Joosen

Rustig, weg van de drukte: het Begijnhof

Entrance to the beguinage in the Rodestraat
Ingan van het begijnhof in de Rodestraat

Een begijn is een vrouw die, samen met gelijkgezinde vrouwen zich een beetje heeft afgesloten van de wereld, in een begijnhof. Net als een non heeft ze een gelofte van armoede, gehoorzaamheid en kuisheid afgelegd. In tegenstelling tot een non, geldt het maar een tijdelijke gelofte. Ze kan altijd op haar gelofte terugkomen en het begijnhof verlaten.

Geschiedenis

De eerste begijnen kwamen er in de periode van de Kruistochten. Door de vele oorlogen in Europa en door de Kruisvaarten was er een overschot aan vrouwen. Voor velen werd het onmogelijk een geschikte huwelijkspartij te vinden. Vaak konden ze ook de grote bruidschat niet opbrengen die nodig was om in een klooster in te treden. Dus besloten ze maar samen te gaan leven en door het uitvoeren van allerlei taken in hun levensonderhoud te voorzien.

Die taken waren: wassen, verplegen, les geven, kantwerk enz. Aanvankelijk bekeken de authoriteiten hen een beetje argwanend, bang dat een nieuwe ketterij zou ontstaan. Stilaan groeide het vertrouwen, vooral toen de begijnen een monnik, meestal een franciscaan of een dominicaan toegevoegd kregen als zieleherder en geestelijk leider.

A view of a street inside the beguinage
Een blik op een straat in het begijnhof

In de 20ste eeuw daalde het aantal begijnen drastisch. Vandaag zijn er geen begijntjes meer over. Tenminste niet in onze streken. In een aantal Duitse steden zoals Hamburg, zijn opnieuw begijnhoven ontstaan, al moet gezegd dat er belangrijke verschillen zijn. Het religieuze aspect is veel minder belangrijk geworden, als het al aanwezig is, en de begijnen leven ook niet meer in een hiërarchisch geordend geheel.

De verspreiding

Vrijwel elke stad in de Nederlanden had een begijnhof. Sommige steden hadden er meer dan een. In de hoogtijdagen bestond een begijnhof vaak uit 150 of meer vrouwen. Dat was moeilijk te beheren, en als er nieuwe begijntjes bijkwamen besloot men al snel een nieuw begijnhof op te richten.

In 1998 kwamen 13 Vlaamse begijnhoven op de Werelderfgoedlijst van UNESCO. Het Antwerpse begijnhof kwam niet op de lijst terecht omdat het zicht vanuit het begijnhof bezoedeld wordt door de achtermuren van de appartementsblokken die in de jaren ’60 gebouwd werden langs de Italiëlei.

Toch moet het gezegd: het begijnhof met zijn binnentuin is een oase van rust in de drukke omgeving van de Studentenwijk. De Stadscampus en de Ossenmarkt met zijn talrijk cafeetjes liggen om de hoek. Als je het begijnhof bezoekt, respecteer dan de stilte.

Meer informatie over de Vlaamse begijnhoven kan je hier vinden.

Het Rubensstandbeeld

Een van de meest populaire ontmoetingsplaatsen in Antwerpen is het Rubensstandbeeld op de Groenplaats. Vroeger was die het Groen Kerkhof, omdat hier de arme mensen begraven werden die zich geen stenen zerk konden verloorloven, maar wees gerust: de lichamen zijn al lang weggehaald en nu zal je alleen maar auto’s onder je voeten vinden.

Source: standbeelden.be

Het beeld is een werk van de Antwerpse beeldhouwer Willem Geefs en was bedoeld om de 200ste verjaardag van het overlijden van Rubens te vieren in 1840. Geefs kreeg het beeld niet tijdig klaar en besloot een plaasteren kopie te gieten en die in bronskleur te schilderen. Bij het transport naar het Steenplein, waar het beeld oorspronkelijk bedoeld was viel het beeld van de wagen in gruizelementen. Uiteindelijk was het drie jaar later, in 1843, dat het beeld geplaatst werd op de Groenplaats. Opnieuw verliep een en ander niet vlekkeloos: het had hard geregend en de grond was doorweekt en een wiel van de kar slipte weg in wat waarschijnlijk ooit een graf was geweest. Rubens lag opnieuw tegen de vlakte, alleen was hij nu van brons gemaakt en hij overleefde de val.

Greefs portretteerde Rubens in zijn drie dimensies: als een gentleman, als een diplomaat en als schilder, en blijkbaar wilde hij meer de nadruk leggen op de eerstgenoemde aspecten dan op het artistieke: zijn palet ligt achter zijn voeten, naast een tas met een stapel documenten. Veel opvallender is de rijke kleding. Dit is duidelijk niet zomaar iemand, die is een belangrijk persoon. De zelfzekere houding, met de linkerhand heel ontspannen op zijn degen, en de rechterhand uitnodigend uitgestrekt, alsof hij ons uitnodigt in de stad en ook wel om een kijkje te nemen in de kathedraal achter hem, waar een paar van zijn meesterwerken bekeken kunnen worden.

Rubens kijkt niet naar die werken, en hij kijkt ook niet naar zijn huis en zijn atelier, in de plaats daarvan kijkt hij pal zuid. Misschien kijkt hij naar Italië, waar hij zich in de schilderkunst perfectioneerde, zoals prof. J. Claes suggereert in zijn boek “Van Mensen en Steden”.

Parken in en rond de stad (1)

Source: Joods Actueel

Zoals alle steden in de hele wereld, heeft ook Antwerpen zijn parken met enkele parken in de stad zelf en nog veel meer parken in de aangrenzende districten zoals Merskem, Deurne, Borgerhout, Wilrijk. Tot eind 20ste eeuw waren die districten zelfstandige dorpen, maar toen fuseerden ze om samen Groot Antwerpen vormen en werden ze districten.

De interessantste parken in de stad zelf zijn het Stadspark een driehoek begrensd door Rubenslei, Quinten Matsijslei en Van Eycklei: drie grote schilders uit drie verschillende periodes. Rubens is de reys van de barokkunst, Quinten Matsijs is een renaissanceschilder die wel eens genoemd wordt als de stichter van de Antwerpse School en Jan en zijn broer Hubert Van Eyck zijn Vlaamse schilders uit de gotische periode, wereldwijd bekend omwille van het Lam Gods uit Gent.

Het Stadspark grenst ook aan de diamantwijk en aan het joodse kwartier van Antwerpen. Tot het einde van de 19de eeuw maakte het park deel uit van de vestingsmuur rond de stad, de ‘Spaanse Vesten’. Water voor de stadsgrachten werd aangevoerd via de Herentalse Vaart (nu Plantin-Moretuslei ). Een gedeelte van het water van die Vaart liep in de grachten, een ander gedeete werd de stad ingeleid om de brouwers uit de Kammenstraat van zoet water te voorzien.

Typisch voor het park zijn de vele beeldhouwwerken die er zich bevinden.

source: antwerpen.be

Niet zo ver daarvandaan vinden we de Botanische Tuin, die ooit behoorde aan het Elisabethgasthuis en die we vinden langs de Leopoldstraat. De huidige aanleg met de balustrades, de gaslantaarns en de serres dateert van de 19de eeuw.

Een derde park, misschien wel het mooiste en het populairste, is onze Zoo, die nog elk jaar meer dan een miljoen bezoekers trekt. De Antwerpse Zoo is een van de oudste dierentuinen in de wereld en we vinden er niet alleen een massa fascinerende dieren uit alle hoeken van de wereld, maar ook enkele van de oudste bomen van de stad.

Source: gardenstyle.be

Het hele complex is ondertussen beschermd als monument, bomen incluis. Bij een andere gelegenheid zal ik nog wel eens meer vertellen over deze schitterende diamant in de kroon van stad.

En nog bij een latere gelegenheid wil ik u graag wat meer vertellen over de parken in de diverse districten van de stad.

Een winkel met een verleden

Achter deze gevel in de Kipdorpvest schuilt nu een filiaal van America Today, een keten van jeanswinkels, en zelfs al ben je niet toe aan een nieuwe jeansbroek, probeer er toch eens binnen te springen.

Hier bevond zich een theater dat tussen de jaren 40 en begin jaren 70 enorm populair was, maar met de komst van de televisie heeft men uiteindelijk de deuren moeten sluiten.

Het theater stond bekend als de AB, een afkorting van Ancienne Belgique en het werd beheerd door hetzelfde management als de AB in Brussel en in Gent. Wist je trouwens dat Bruno Coquatrix, de baas van de beroemde Parijse tempel Olympia, gedurende enkele jaren als assistent werkte voor de Brusselse AB?

AB was variététheater. Elke avond ging er een show door met orkest, ballet, clowns of komedianten à la Gaston en Leo of the Woodpeckers (gebroeders Cassiers), acrobaten traden op, of er was een nummer met honden, locale vedetten (Will Ferdy, Bobejaan Schoepen, …), maar de top of the bill dat waren gewoonlijk internationale vedetten uit Frankrijk (Gilbert Bécaud), Duitsland (Freddy Quinn), Engeland of de USA. Zelfs Louis Armstrong heeft hier op de planken gestaan. De toegang tot het spektakel werd bewust democratisch gehouden: men ging er, terecht, van uit dat de bezoekers genoeg zouden spenderen aan eten en drinken dat gedurende de hele avond werd opgediend.

Het gebouw dateert van 1902 en is gebouwd als kantoorruimte voor een dagblad met de naam “La Métropole”. Het is een mooi voorbeeld van neo-vlaamse renaissance, een van de vele stijlen die in de mode waren bij de overgang van de 19de naar de 20ste eeuw. De stijl probeert de gebouwen van de 16de eeuw na te bootsen, gebruik makend van moderne technieken. Het resultaat is veelal veel soberder dan bij andere stijlen die in dezelfde periode populair waren, zoals de eclectische stijlen en de neobarok.

De architect die het gebouw voor de krant tekende, is ook verantwoordelijk voor het gebouw op de hoek van de Leysstraat en de Teniersplaats dat praktisch aan de AB grenst. Een gebouw in volle eclectische stijl. Een mooier voorbeeld van het contrast tussen beide is moeilijk te vinden. Toen de kantoren werden omgebouwd naar een theater is dat gebeurd met veel respect voor de originele gevel. Gelukkig is er, toen het theater werd omgebouwd tot een winkle, ook respect getoond voor het interieur. Dus spring er zeker eens binnen als je passeert op deze plek, die bij vele (oudere) Antwerpenaars nog altijd heel wat nostaligische herinneringen oproept.

Bijna 200 Lieve Vrouwen

Heb je ze al opgemerkt terwijl je door de straten liep? Of waren je ogen voortdurend gefixeerd op de etalages van de winkels die je passeerde? Nochtans, als je even opkijkt aan een willekeurige hoek in de historische binnestad, is de kans groot dat je een Madonnabeeldje ziet. En neen, ik het het niet over de Amerikaanse vedette die haar dochter Lourdes noemde, maar over de Madonna die moeder werd van Jezus Christus.

Over de binnenstad verspreid hebben er een 170 de woede van de Sanskulotten en de bouwwoede van de jaren ’70 overleefd, vroeger hebben er veel meer de stad versierd. Hoe komt het dat er zoveel beeldjes staan, vraag je je mischien af, wel dat heeft verschillende oorzaken.

De eerste, en waarschijnlijk de belangrijkste is dat Onze Lieve Vrouw de beschermheilige is van de stad: de hoofdkerk is naar haar genoemd en aan haar gewijd en haar beeltenis kan je zien op de ereplaats in de gevel van het Stadhuis.

De tweede oorzaak houdt verband met de periode waarin deze beeldjes ontstonden. De beeldjes gaan terug tot de 17de en 18de eeuw. Sommige zijn nog origineel, andere zijn met moderne methoden gerestaureerd of nagemaakt en sommige zijn in de 19de eeuw gemaakt naar oude voorbeelden.

Antwerpen kende in de 16de eeuw een eerste Gouden Eeuw: het was de belangrijkste stad in het noorden van Europa en handelaars van over de hele wereld hadden zich in de stad gevestigd. Handelaars zijn over het algemeen tolerante mensen: voor hen maakt het niet uit of je blank bent of zwart of welk geloof je belijdt, ze willen alleen weten of je betrouwbaar bent om zaken mee te doen. Op die manier kwam Antwerpen in de 16de eeuw snel onder invloed van het luthenarisme, het calvinisme, het anabaptisme en andere reformatorische strekkingen. Filips II, de aarstkatholieke koning van Spanje, die over de Nederlanden heerste, probeerde dit allemaal op een barbaarse, bloedige manier te onderdrukken.

In 1585 viel de stad in de handen van het Spaanse leger, geleid door Alexander Farnese, wat aanleiding gaf tot de scheiding binnen de Nederlanden: het zuiden bleef Spaans bezit en katholiek, het noorden werd een republiek onder de naam de Verenigde Provinciën. Veel handelaars verlieten daarop de stad en vluchtten naar Hollandse steden zoals Amsterdam en Haarlem, die de leidende rol van Antwerpen in de Europese handel overnamen.

In de 17de eeuw werd Antwerpen dus opnieuw een katholieke stad en een belangrijk centrum van de contra-reformatie. De aanwezigheid van de jezuïten speelde daarbij een belangrijke rol en het waren zij die het standbeeld van Brabo, een heidense figuur uit een sage die de oorsprong van Antwerpen probeert te verklaren, lieten vervangen door een Madonnabeeld in de gevel van het Stadhuis. Onze Lieve Vrouw was een spilfiguur in de contra-reformatie, en vandaar dat haar beeltenis verscheen op menige straathoek.

Dikwijl staat er bij het beeld een lantaarn, en dat leidt ons naar de derde reden waarom de madonnabeelden de straathoeken sieren. De straten in de 17de en 18de eeuw hadden geen verlichting, en de lantaarns bij het beeld zorgden op die manier voor een beetje licht en een zekere vorm van veiligheid voor wie zich ’s avonds op straat moest begeven.

Iets nieuws om naar uit te kijken

We hebben dan misschien al honderden soorten bier, meer dan welk land ook ter wereld waarschijnlijk, maar het lijkt nog altijd niet te volstaan. Brouwers allerhande zijn met de regelmaat van een klok bezig om nieuwe smaken te creëren: verschillende soorten hop combineren, kruidencombinaties uittesten, of zoals Moorgat, aan de slag gaan met vaten.

www.duvel.com

Duvel is een sterk blond bier dat heel populair is, niet alleen in Vlaanderen trouwens. De laatste jaren heeft de brouwerij elk jaar een nieuwe triple hop uitgebracht, elke keer met een andere combinatie van hopsoorten, en bijgevolg een heel eigen smaakpalet. In sommige cafés worden vandaag soms tot vier verschillende jaargangen van de triple hop aangeboden, en later dit jaar, waarschijnlijk april of mei, afhankelijk van de maturatie, komt een vatgelagerde versie van de Duvel op de markt. De eiken vaten waarin de Duvel ligt te rusten zijn oude bourbonvaten, de nieuwe Duvel gaat daarin ongetwijfeld een heel nieuw pallet van smaken en aroma’s kunnen ontwikkelen.

Een café vol komedie en drama

Het eerste wat je opvalt als de ‘Duifkens’ op de Graanmarkt binnenstapt, is de indrukwekkende rij met zwart-wit foto’s die zowat de hele zaak rond de wand versieren. Ongetwijfeld ga je veel van de geportretteerden herkennen: een jonge Jan Decleir, Bert André, Wies Andersen, … allemaal acteurs die op de planken stonden in de nabije Bourlaschouwburg, maar evengoed allemaal mensen die geregeld de ‘Duifkens’ bezochten, en de traditie zet zich voort. Nog altijd komen acteurs na voorstelling of repetitie afgezakt naar hun stamkroeg. Alles hier ademt theater, zelfs het standbeeld voor het café, maar dat is een verhaal dat ik op een andere keer wel eens vertel, net als het verhaal van de Graanmarkt.

De Duifkens op een doorsnee zomerdag.

Het gebouw waarin de ‘Duifkens’ gevestigd is, is een van de drie overblijvende van de oorspronkelijke bebouwing langs de Graanmarkt. Deze huisjes gaan terug tot het midden van de 16de eeuw. Alle andere behuizing is in de loop der tijd verdwenen en vervangen door reusachtige 19de eeuwse gebouwen die dienden als bankkantoor of handelskantoor.

Als het weer het toelaat wordt ongeveer de helft van de Graanmarkt omgetoverd in een terras, zoals je kan op de afbeelding. En als je hier aanlandt, vergeet dan niet een of een paar van de lokale biertjes te proeven zoals een De Konick (vraag gewoon naar een ‘Bolleke’), of als het iets straffer mag zijn een Triple d’Anvers.

Het cafe gaat om 11:00 open en blijft open tot middernacht, behalve op vrijdag en zaterdag. Dan gaat de deur in principe om 3:00 op slot. En ook op zondag blijft de deur op slot. Vergeet ook niet dat het op zaterdag op de Graanmarkt en omgeving heel druk is. Tot 16:00 u vindt dan de ‘Vreemdelingenmarkt’ plaats, een markt waar je groenten, fruit, vis, vlees, … uit de hele wereld kan kopen.

Chocolate Secrets: een gratis ontdekking


Als een aanvulling op de tentoonstelling boven Mercado aan de Groenplaats, heeft het MAS-museum een greep gedaan uit zijn reserve collectie en wordt die, aangevuld met stukken uit privé-collecties getoond in het Kijkdepot op de tweede verdieping. Een verdieping die je gratis kan bezoeken.

De tentoonstelling omvat o.m. originele Maya bekers die gebruikt werden bij cacao ceremonies, porceleinen cacaokannen en blikken dozen en dies meer, afkomstig van Antwerpse chocoladefabrieken en chocolatiers. De chocoladefabrieken als Meurisse en Martougin startten in de 19de eeuw en ze maakten van wat eens een exclusieve delicatesse was voor de rijken, een snoepje voor iedereen: de chocoladereep. En natuurlijk droegen ze ook bij aan de distributie en de wereldwijde bekendheid van de Belgische praline.

De tentoontstelling is geopend van 3 maart tot 3 september en als je toch in het MAS bent: vergeet niet helemaal naar boven te gaan. De bovenste verdieping is ook gratis en vandaar heb je een enig uitzicht over de stad, de Schelde en het oudste deel van de haven.

Het MAS-museum bevindt zich aan het Hanzestedenplein.

Antwerpen chocoladestad: een tentoonstelling

Een originele poster voor de Perettereep.

Van 3 februari tot 31 maart kan u terecht op de bovenverdieping van Mercado in het voormalige postgebouw aand de Groenplaats, voor een tentoonstelling over de rol van Antwerpen en Antwerpse chocolatiers in de populariteit van de Belgische chocolade. De allereerste Belgische chocoladefabriek stond in Antwerpen. Ze werd geleid door de familie Meurisse en maakte chocoladerepen die overal in België en ver buiten de grenzen een grote populariteit kenden. Iedereen ouder dan 35 of 40 kent zeker nog wel de melkchocoladereep Perette en zijn tegenhanger met pure chocolade Boy Scout. Een van de uitvindingen van Meurisse was de chocolade met koude vulling, de Zero. Die chocolade wordt nog altijd verkocht, maar wordt nu elders gefabriceerd, want de Meurissefabriek die is niet meer. Vandaag bevindt zich een meubelmagazijn in de oude gebouwen van Meurisse aan het Damplein.

Tussen 1830 en 1960 waren in Antwerpen centrum meer dan 30 chocolatiers en chocoladefabrieken actief. De tentoonstelling, een organisatie van Antwerpen Koekenstad toont heel wat unieke documenten die u terugbrengen naar de roaring twenties en naar de gouden tijd van de fifties en de sixties, en als kers op de taart: je krijgt (opnieuw) Perette te proeven. De tentoonstelling is geopend van woensdag tot zondag van 13u tot 17u.

Tickets kosten 8 €, groepen van 10 of meer en schoolgroepen onder begeleiding betalen 5 €.

To make your visit to this website as smooth as possible we use cookies. The cookies are used for statistical reasons and do not store any personal data. If you do not wish to use cookies. You can indicate this by clicking on the No button.